eerstegraads
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- eer·ste·graads
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van eerste en graad met het achtervoegsel -s
stellend | |
---|---|
onverbogen | eerstegraads |
verbogen |
Bijvoeglijk naamwoord
eerstegraads
- iets van de eerste categorie
- Intussen verandert ook de definitie van ‘bevoegd’. De hoogste klassen van het vwo vragen om eerstegraads wiskundeleraren. Vroeger betekende dat: universitair opgeleid. Nu heeft ook het hbo een opleiding voor eerstegraadsdocenten. [1]
Verwante begrippen
Typische woordcombinaties
- eerstegraads brandwond
- eerstegraads AV-block
- eerstegraads leraar
- eerstegraads familielid
- eerstegraads vergelijking
Gangbaarheid
- Het woord eerstegraads staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "eerstegraads" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ NRC Maarten Huygen 20 december 2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be