eerden
Uiterlijk
- eer·den
vervoeging van |
---|
eren |
eerden
- meervoud verleden tijd van eren
- Wij eerden.
- Jullie eerden.
- Zij eerden.
- Wij eerden.
- Het woord eerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
eren |
eerden