eenpersoonshuishoudentje
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- een·per·soons·huis·hou·den·tje
Zelfstandig naamwoord
het eenpersoonshuishoudentje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord eenpersoonshuishouden
het eenpersoonshuishoudentje o