eenoudergezin
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- een·ou·der·ge·zin
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | eenoudergezin | eenoudergezinnen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het eenoudergezin o
- een gezin met slechts één ouder
- Doordat het aantal echtscheidingen toeneemt, groeit ook het aantal eenoudergezinnen.
Vertalingen
1. een gezin met slechts één ouder
Gangbaarheid
- Het woord eenoudergezin staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.