eenhonderdtien

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

0 1 1 0
eenhonderdtien,
op een abacus
Uitspraak
Woordafbreking
  • een·hon·derd·tien
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

eenhonderdtien

  1. "110", langere vorm van honderdtien, honderd plus tien (soms gebruikt om verwarring met een ander honderdtal te voorkomen of in plechtige formuleringen)
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De inzameling heeft eenhonderdtien euro en vijftig cent opgebracht. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot eenhonderdtien. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen

rangtelwoord

hooftelwoord samengesteld met "eenhonderdtien" ht als linkerdeel

Gangbaarheid