eenhonderdnegenentachtig
Nederlands
0 | 1 | 8 | 9 |
eenhonderdnegenentachtig,
op een abacus
op een abacus
Uitspraak
- Geluid: eenhonderdnegenentachtig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌenhɔndərtˈneɣənənˌtɑxtəx / (8 lettergrepen)
Woordafbreking
- een·hon·derd·ne·gen·en·tach·tig
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van eenhonderd ht en negenentachtig ht
Hoofdtelwoord
eenhonderdnegenentachtig
- "189", langere vorm van honderdnegenentachtig, honderd plus negenentachtig (soms gebruikt om verwarring met een ander honderdtal te voorkomen of in plechtige formuleringen)
- om een hoeveelheid aan te geven
- De inzameling heeft eenhonderdnegenentachtig euro en vijftig cent opgebracht.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- De hoofdprijs van de verloting valt op lot eenhonderdnegenentachtig.
- om een hoeveelheid aan te geven
Synoniemen
- honderdnegenentachtig (deze kortere vorm is de gangbare vorm)
Afgeleide begrippen
rangtelwoord
hooftelwoord samengesteld met "eenhonderdnegenentachtig" ht als linkerdeel
Gangbaarheid
- Het woord 'eenhonderdnegenentachtig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.