eenhonderdenvierentwintig

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

0 1 2 4
eenhonderdenvierentwintig,
op een abacus
Uitspraak
Woordafbreking
  • een·hon·derd·en·vier·en·twin·tig
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

eenhonderdenvierentwintig

  1. "124", langere vorm van honderdvierentwintig, honderd plus vierentwintig (soms gebruikt om verwarring met een ander honderdtal te voorkomen of in plechtige formuleringen)
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De inzameling heeft eenhonderdenvierentwintig euro en vijftig cent opgebracht. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot eenhonderdenvierentwintig. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen

hooftelwoord samengesteld met "eenhonderdenvierentwintig" ht als linkerdeel

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 1 mei 2021 Weblink bron
    W. Haeseryn e.a.
    “7.2.1.1 Bepaalde hoofdtelwoorden, onder 2” (januari 2019) op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
  2. Bronlink geraadpleegd op 1 mei 2021 Weblink bron “Tweeduizend zes / tweeduizend en zes” op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)