eenhonderdenvierentachtig
Nederlands
0 | 1 | 8 | 4 |
eenhonderdenvierentachtig,
op een abacus
op een abacus
Uitspraak
- Geluid: eenhonderdenvierentachtig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌenhɔndərtɛnˈvirənˌtɑxtəx / (8 lettergrepen)
Woordafbreking
- een·hon·derd·en·vier·en·tach·tig
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van eenhonderd ht en vierentachtig ht
Hoofdtelwoord
eenhonderdenvierentachtig
- "184", langere vorm van honderdvierentachtig, honderd plus vierentachtig (soms gebruikt om verwarring met een ander honderdtal te voorkomen of in plechtige formuleringen)
- om een hoeveelheid aan te geven
- De inzameling heeft eenhonderdenvierentachtig euro en vijftig cent opgebracht.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- De hoofdprijs van de verloting valt op lot eenhonderdenvierentachtig.
- om een hoeveelheid aan te geven
Synoniemen
- honderdvierentachtig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, "eenhonderdenvierentachtig" wordt zelden gebruikt)[1] [2]
Afgeleide begrippen
hooftelwoord samengesteld met "eenhonderdenvierentachtig" ht als linkerdeel
Gangbaarheid
- Het woord 'eenhonderdenvierentachtig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron W. Haeseryn e.a.“7.2.1.1 Bepaalde hoofdtelwoorden, onder 2” (januari 2019) op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
- ↑ Weblink bron “Tweeduizend zes / tweeduizend en zes” op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)