eenhonderdenvierentachtig

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

0 1 8 4
eenhonderdenvierentachtig,
op een abacus
Uitspraak
Woordafbreking
  • een·hon·derd·en·vier·en·tach·tig
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

eenhonderdenvierentachtig

  1. "184", langere vorm van honderdvierentachtig, honderd plus vierentachtig (soms gebruikt om verwarring met een ander honderdtal te voorkomen of in plechtige formuleringen)
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De inzameling heeft eenhonderdenvierentachtig euro en vijftig cent opgebracht. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot eenhonderdenvierentachtig. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen

hooftelwoord samengesteld met "eenhonderdenvierentachtig" ht als linkerdeel

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 1 mei 2021 Weblink bron
    W. Haeseryn e.a.
    “7.2.1.1 Bepaalde hoofdtelwoorden, onder 2” (januari 2019) op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
  2. Bronlink geraadpleegd op 1 mei 2021 Weblink bron “Tweeduizend zes / tweeduizend en zes” op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)