eenhonderdentwee
Nederlands
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
0 | 1 | 0 | 2 |
eenhonderdentwee,
op een abacus
op een abacus
Uitspraak
- Geluid: eenhonderdentwee (hulp, bestand)
- IPA: / ˌenhɔndərtɛnˈtwe / (5 lettergrepen)
Woordafbreking
- een·hon·derd·en·twee
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van eenhonderd ht en twee ht
Hoofdtelwoord
eenhonderdentwee
- "102", langere vorm van honderdtwee, honderd plus twee (soms gebruikt om verwarring met een ander honderdtal te voorkomen of in plechtige formuleringen)
- om een hoeveelheid aan te geven
- De inzameling heeft eenhonderdentwee euro en vijftig cent opgebracht.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- De hoofdprijs van de verloting valt op lot eenhonderdentwee.
- om een hoeveelheid aan te geven
Synoniemen
- honderdtwee (deze kortere vorm is de gangbare vorm, "eenhonderdentwee" wordt zelden gebruikt)[1] [2]
Afgeleide begrippen
hooftelwoord samengesteld met "eenhonderdentwee" ht als linkerdeel
Gangbaarheid
- Het woord 'eenhonderdentwee' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron
W. Haeseryn e.a.“7.2.1.1 Bepaalde hoofdtelwoorden, onder 2” (januari 2019) op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst) - ↑
Weblink bron “Tweeduizend zes / tweeduizend en zes” op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)