eenhonderdennegen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

0 1 0 9
eenhonderdennegen,
op een abacus
Uitspraak
Woordafbreking
  • een·hon·derd·en·ne·gen
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

eenhonderdennegen

  1. "109", langere vorm van honderdnegen, honderd plus negen (soms gebruikt om verwarring met een ander honderdtal te voorkomen of in plechtige formuleringen)
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De inzameling heeft eenhonderdennegen euro en vijftig cent opgebracht. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot eenhonderdennegen. 
Synoniemen
  • honderdnegen (deze kortere vorm is de gangbare vorm, "eenhonderdennegen" wordt zelden gebruikt)[1] [2]
Afgeleide begrippen

hooftelwoord samengesteld met "eenhonderdennegen" ht als linkerdeel

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 1 mei 2021 Weblink bron
    W. Haeseryn e.a.
    “7.2.1.1 Bepaalde hoofdtelwoorden, onder 2” (januari 2019) op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
  2. Bronlink geraadpleegd op 1 mei 2021 Weblink bron “Tweeduizend zes / tweeduizend en zes” op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)