eenhonderdachtentwintig
Nederlands
0 | 1 | 2 | 8 |
eenhonderdachtentwintig,
op een abacus
op een abacus
Uitspraak
- Geluid: eenhonderdachtentwintig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌenhɔndərtˈɑxtənˌtwɪntəx / (7 lettergrepen)
Woordafbreking
- een·hon·derd·acht·en·twin·tig
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van eenhonderd ht en achtentwintig ht
Hoofdtelwoord
eenhonderdachtentwintig
- "128", langere vorm van honderdachtentwintig, honderd plus achtentwintig (soms gebruikt om verwarring met een ander honderdtal te voorkomen of in plechtige formuleringen)
- om een hoeveelheid aan te geven
- De inzameling heeft eenhonderdachtentwintig euro en vijftig cent opgebracht.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- De hoofdprijs van de verloting valt op lot eenhonderdachtentwintig.
- om een hoeveelheid aan te geven
Synoniemen
- honderdachtentwintig (deze kortere vorm is de gangbare vorm)
Afgeleide begrippen
rangtelwoord
hooftelwoord samengesteld met "eenhonderdachtentwintig" ht als linkerdeel
Gangbaarheid
- Het woord 'eenhonderdachtentwintig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.