e-mailvirus
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: e-mailvirus (hulp, bestand)
Woordafbreking
- e-mail·vi·rus
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van e-mail en virus
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | e-mailvirus | e-mailvirussen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het e-mailvirus o
- (informatica) een computervirus dat verspreid wordt via een e-mail
Gangbaarheid
- Het woord e-mailvirus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.