dyul

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dyul
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Sranantongo
enkelvoud meervoud
naamwoord dyul
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dyul

  1. Surinaams kinderspel
     Als ik goed keepte was ik de heldin van de Alikhan voetbalploeg, als we dyul speelden en ik won niet, rende ik driftig en onsportief als ik was scheldend naar onze keuken.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron
    Elvira Rijsdijk
    “Uma novela” (1986), DBNL