dynamiseerde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dy·na·mi·seer·de

Werkwoord

vervoeging van
dynamiseren

dynamiseerde

  1. enkelvoud verleden tijd van dynamiseren
    • Ik dynamiseerde. 
    • Jij dynamiseerde. 
    • Hij, zij, het dynamiseerde.