dwingelandij

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dwin·ge·lan·dij
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dwingelandij dwingelandijen
verkleinwoord dwingelandijtje dwingelandijtjes

Zelfstandig naamwoord

de dwingelandijv

  1. acties om je eigen zin te willen doordrijven
    • Door dwingelandij wist de huilende peuter zijn zin door te drijven 
  2. het op onrechtvaardige wijze heersen
    • De wrede heerser wist door dwingelandij de baas te blijven. 
Synoniemen
  1. verdrukking, onderdrukking, bedwang

Gangbaarheid

74 % van de Nederlanders;
67 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen