dwarsregel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: dwarsregel (hulp, bestand)
Woordafbreking
- dwars·re·gel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van dwars en regel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dwarsregel | dwarsregels |
verkleinwoord | dwarsregeltje | dwarsregeltjes |
Zelfstandig naamwoord
- (bouwkunde) een regel (houten lat of rib) die dwars is aangebracht
Gangbaarheid
- Het woord 'dwarsregel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.