dwangpositie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dwang·po·si·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dwangpositie dwangposities
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de dwangpositiev

  1. situatie waarin men gedwongen wordt iets te doen dat men eigenlijk niet wil doen
     In de afgelopen jaren zijn vergelijkbare gevallen wel door artsen geholpen. 'De hulp bij Moek Heringa is niet medisch zorgvuldig toegepast. De verdachte voelde zich in een dwangpositie gemanoeuvreerd, maar er was hier geen sprake van een acute noodtoestand', stelde de officier.[2]
     „Hij kon zich niet beroepen op zijn zwijgrecht en bevond zich daardoor in een dwangpositie. Voor het oog van de camera kon heel Nederland meekijken.”[3]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 6 oktober 2022 Weblink bron “Voorwaardelijke cel geëist voor hulp sterven” (24-09-2013), Tubantia
  3. Bronlink geraadpleegd op 6 oktober 2022 Weblink bron “Oud-zakenpartner Rochdale-topman: hij bleef om geld vragen” (22-10-2015), Tubantia