duivels
Uiterlijk
- dui·vels
duivels
- een uitroep van verbazing
- Duivels zeg!
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | duivels | duivelser | duivelst |
verbogen | duivelse | duivelsere | duivelste |
partitief | duivels | duivelsers | - |
duivels
- als een duivel
- Dat was echt een duivels plan.
- ▸ Soms werd Nicolaas door zoveel duivelse Pieten gevolgd, dat die de heilige totaal overheersten.[1]
- vervloekt.
- Die duivelse jongen heeft weer iets uit mijn tuin gestolen!
- boos, ongeduldig
- Je wordt er duivels van.
duivels
- In hoge mate
- Ik was toen echt even duivels kwaad.
- Dat was duivels moeilijk om te doen.
- duivels dilemma
een keuzesituatie waarbij beide keuzes heel verwerpelijk zijn
- ∗ Nick Bos, vicevoorzitter van het college van bestuur van de UM, vertelde destijds dat de universiteit voor een duivels dilemma stond. Aan de ene kant voelde het volgens hem moreel niet goed om als onderwijsinstelling, die door de overheid gefinancierd wordt, cybercriminelen te betalen. Maar de belangen van studenten, medewerkers en onderzoekers van de UM wogen zwaarder. De universiteit besloot daarom het bedrag aan de hackers te betalen.[2]
de duivels mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord duivel
- Het woord duivels staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "duivels" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ “Het hele jaar rond: van Sinterklaas tot Sintemaarten” (1973), Lemniscaat , p. 14
- ↑ Weblink bron “Universiteit Maastricht krijgt losgeld dat in 2019 na hack betaald werd terug” (02 juli 2022), NU.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -s in het Nederlands
- Tussenwerpsel in het Nederlands
- Trefwoorden in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Bijwoord in het Nederlands
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %