duimschroef

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Duimschroef uit de Gevangenpoort
Met een duim tussen de duimschroef...
Uitspraak
Woordafbreking
  • duim·schroef
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord duimschroef duimschroeven
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de duimschroefv / m

  1. martelwerktuig waarbij men de duim knelt in een schroef met als doel bij iemand een bekentenis af te dwingen
    • Met behulp van duimschroef en gloeiende pek dwingen overijverige gerechtsdienaren hun willekeurige slachtoffers tot elke gewenste bekentenis. Zuipen, rondhoereren en op het juiste moment de benen nemen, zo ziet een middeleeuws leven er uit in Jancars roman.[3] 
Hyperoniemen
Uitdrukkingen en gezegden
  • iemand de duimschroeven aandraaien
iemand door lastige vragen in het nauw brengen
• ‘Dat Ahold-gedoe gaat nog jaren duren. Ik ga me daarin vastbijten, ik heb ze nu nog vrij losjes in de tanden.’ Dat zei Pieter Lakeman eind 2003 in een interview met NRC Handelsblad. Gisteren werd bekend dat de losse beet uit 2003 inmiddels is veranderd in een bijna volledig aangedraaide duimschroef. Sobi maakte bekend dat het accountantskantoor Deloitte en vier oud-bestuurders van Ahold voor de rechter daagt. De stichting houdt hen verantwoordelijk voor de boekhoudfraude bij het supermarktconcern en de schade die de aandeelhouders daarvan ondervonden. [4] 
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. duimschroef op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. NRC Laura Starink 28 juli 1995
  4. Volkskrant Wouter Keuning 23 februari 2008
  5. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be