duikerpak

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

duiker in duikerpak
Uitspraak
Woordafbreking
  • dui·ker·pak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord duikerpak duikerpakken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

duikerpak o [1]

  1. het pak dat een duiker beschermt tegen koude onder water en dat hem voorziet van ademlucht
     De identiteit van de man, die gistermorgen om half zeven werd gevonden in het water bij de Westhavenweg, was vanmorgen nog niet bekend. De onbekende man was gekleed in een compleet duikerpak inclusief duikuitrusting.[2]
     Hij trok vol afkeer zijn neus op tijdens de inleiding van een video van een collega in een duikerpak die langzaam door het water kroop en met zijn ellebogen door het ijs zakte. Het zag er lelijk uit.[3]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink Weblink bron “Politie vindt dode duiker” (12 juni 2008), Het Parool
  3. Bronlink Weblink bron
    Ruth Dawkins
    “De dood op het ijs” (22/08/2015), De Standaard