dubbelspel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: dubbelspel (hulp, bestand)
Woordafbreking
- dub·bel·spel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van dubbel en spel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dubbelspel | dubbelspelen dubbelspellen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- (spel) (sport) partij van twee tegen twee
- situatie waarbij iemand voor twee partijen speelt (-> dubbelspion)
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord dubbelspel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "dubbelspel" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Spel in het Nederlands
- Sport in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %