dubbellezer

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dub·bel·le·zer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dubbellezer dubbellezers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de dubbellezerm

  1. iemand die twee kranten leest
  2. iemand die zowel de papieren als de digitale vorm van een krant leest
     Websites van dagbladen hebben een nieuwe doelgroep opgeleverd: de dubbellezers. Lezers die én de krant én de website van het dagblad frequent bezoeken. Hoewel ze de site actueler vinden, blijven ze enthousiaster over de vertrouwde papieren krant. Dat blijkt uit onderzoek van TNS Nipo/Veldkamp[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 17 mei 2023 Weblink bron “'Dubbellezers' zijn enthousiaster over papieren krant dan over dagbladsite” (21 september 2007, 00:00), De Morgen