druk af

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • druk af
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
afdrukken

druk af

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afdrukken
    • Ik druk af. 
  2. gebiedende wijs van afdrukken
    • Druk af! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afdrukken
    • Druk je af? 


Gangbaarheid