drugstoerist
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- drugs·toe·rist
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van drug en toerist met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | drugstoerist | drugstoeristen |
verkleinwoord | drugstoeristje | drugstoeristjes |
Zelfstandig naamwoord
de drugstoerist m
- iemand die naar een plek reist om daar drugs te kopen en gebruiken
- Met een pasjessysteem probeert men drugstoeristen buiten de deur te houden.
Vertalingen
1. iemand die naar een plek reist om daar drugs te kopen en gebruiken
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord drugstoerist staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.