droop
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- droop
Werkwoord
vervoeging van |
---|
druipen |
droop
- enkelvoud verleden tijd van druipen
- Ik droop.
- Jij droop.
- Hij, zij, het droop.
- Ik droop.
Gangbaarheid
- Het woord droop staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "droop" herkend door:
76 % | van de Nederlanders; |
71 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be