droogschuur

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • droog·schuur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord droogschuur droogschuren
verkleinwoord droogschuurtje droogschuurtjes

Zelfstandig naamwoord

de droogschuurv / m

  1. een grote opslagruimte waar iets dat vochtig is kan drogen
     Hij werkte mee tot na korte tijd de boeren gingen schaften en liep toen samen met Fjodor de droogschuur uit.[2]
     De tocht leidt veelal door een niet voor publiek toegankelijk deel van Waterpark Het Lankheet. De gids geeft daarbij uitleg over het waterzuiveringssysteem. De gereconstrueerde Buurserbeek met de droogschuur worden bezocht.[3]

Gangbaarheid


Verwijzingen