dronk uit

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dronk uit
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
uitdrinken

dronk uit

  1. enkelvoud verleden tijd van uitdrinken
    • Ik dronk uit. 
    • Jij dronk uit. 
    • Hij, zij, het dronk uit. 


Gangbaarheid