dronk af
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- dronk af
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afdrinken |
dronk (…) af
- enkelvoud verleden tijd van afdrinken
- Ik dronk af.
- Jij dronk af.
- Hij, zij, het dronk af.
- Ik dronk af.
Gangbaarheid
- Het woord dronk af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.