Naar inhoud springen

drong

Uit WikiWoordenboek
  • drong
vervoeging van
dringen

drong

  1. enkelvoud verleden tijd van dringen
    • Ik drong. 
    • Jij drong. 
    • Hij, zij, het drong. 
     Het leven in de schoenenwinkel kreeg de overhand, dus schreef ik alleen nog in de beslotenheid van mijn slaapkamer, en Cynth, die de stapel schriften die mijn kamer nooit verlieten, moet hebben gezien, drong niet langer aan.[1]
     ' Het drong op dat moment tot me door dat Quick iemand was die zich niet graag kwetsbaar opstelde.[1]
81 %van de Nederlanders;
74 %van de Vlamingen.[2]
  1. 1 2
    Jessie Burton vert. Marja Borg
    “De muze” (2017), Luitingh-Sijthoff op Wikipedia, ISBN 9789024574704
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be