dromen
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands


Uitspraak
Woordafbreking
- dro·men
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘een droom hebben’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1240 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
dromen |
droomde |
gedroomd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
dromen
- inergatief het ervaren van een reeks van gebeurtenissen of beelden, terwijl je slaapt
- Hij droomde dat hij de motor nu al had, maar toe hij wakker werd bleek dat het alleen maar een droom was.
- dromen over: het zich iets voorstellen van iets dat men graag wil zien gebeuren
- Hij droomde nu al over de nieuwe motor die hij zou gaan kopen.
- met je gedachten ergens anders zijn
- Hij droomde tijdens zijn werk over zijn nieuwe motor.
- dromen van:hopen op
- ▸ Ook tijdens de stemming durfde ik lang niet te dromen van winnen.[2]
Afgeleide begrippen
Anagrammen
Uitdrukkingen en gezegden
- iets kunnen dromen
iets heel goed kunnen zodat je het zelfs slapend zou kunnen doen
Vertalingen
1. het ervaren van een reeks gebeurtenissen of beelden tijdens de slaap
2. voorstellen wat men graag wil gebeuren
Zelfstandig naamwoord
dromen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord droom
Gangbaarheid
- Het woord dromen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "dromen" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "dromen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑
Weblink bron
Stefan Raatgever“Duncan doet waar Nederland na 44 jaar naar smachtte” (19 mei 2019), Tubantia - ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Inergatief werkwoord in het Nederlands
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %