droesem
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- droe·sem
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘bezinksel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1287 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | droesem | droesems |
verkleinwoord | droesempje | droesempjes |
Zelfstandig naamwoord
droesem m
- (oenologie) drab die in wijn achterblijft na de fermentatie
- De wijn rijpt op de fijne droesem (5 tot 10 maanden) en wordt gebotteld eind mei.
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord droesem staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "droesem" herkend door:
71 % | van de Nederlanders; |
72 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.