drinkbus

Uit WikiWoordenboek
drinkbus

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • drink·bus
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord drinkbus drinkbussen
verkleinwoord drinkbusje drinkbusjes

Zelfstandig naamwoord

de drinkbusv / m

  1. drinkfles voor sporters tijdens het sporten
    • Schroër zette nog alles op alles om een persoonlijk record te lopen. Hij vestigde zijn beste tijd vorig jaar in Amsterdam met 2.16.19. 'Ik had misschien beter niet kunnen drinken, maar ik had eerder in de wedstrijd al een keer bewust overgeslagen. Ik durfde niet nog een keer mijn drinkbus te laten staan, want je hebt het vocht wel nodig. Helaas pakte het verkeerd uit.'[1] 
    • Aan het slot van het seizoen kreeg de spits een fikse boete wegens het gooien van een drinkbus naar een supporter.[2] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

74 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Het Parool 20 OKTOBER 2013 Schroër beste Nederlander in Amsterdam
  2. Het Parool 25 MEI 2010 Guerrero blijft bij HSV
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be