driftige

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • drif·ti·ge

Bijvoeglijk naamwoord

driftige

  1. verbogen vorm van de stellende trap van driftig


Deens

Woordafbreking
  • drif·ti·ge

Bijvoeglijk naamwoord

driftige, g / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van driftig

driftige, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van driftig


Noors

Woordafbreking
  • drif·ti·ge
Naar frequentie > 50000

Bijvoeglijk naamwoord

driftige, m / v / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van driftig

driftige, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van driftig


Nynorsk

Woordafbreking
  • drif·ti·ge

Bijvoeglijk naamwoord

driftige, m /v / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van driftig

driftige, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van driftig