Naar inhoud springen

drievoud

Uit WikiWoordenboek
  • drie·voud
enkelvoud meervoud
naamwoord drievoud drievouden
verkleinwoord - -

hetdrievoudo

  1. aantal dat driemaal zo groot is als het genoemde of bedoelde aantal
stellend
onverbogen drievoud
verbogen drievoude

drievoud [2]

  1. drievoudig
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[3]