driejarig

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • drie·ja·rig
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen driejarig - driejarigst*
verbogen driejarige -
partitief driejarigs - -

Bijvoeglijk naamwoord

driejarig

  1. 3 jaren durend
    • Gedurende dit driejarig bestand werd er geen oorlog gevoerd. 
  2. met de leeftijd van 3 jaar
    • De driejarige kleuter ging voor het eerst naar de kleuterspeelzaal. 
Schrijfwijzen
Opmerkingen
  • Buiten een losse vermelding op woordenlijst.org is er geen vindplaats voor deze overtreffende trap. Gelet op de absolute betekenis en het ontbreken van een overtreffende trap bij vergelijkbare bijvoeglijke naamwoorden op -jarig lijkt het hier om een vergissing te gaan.
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen