driehonderdeenenzestig

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

0 3 6 1
driehonderdeenenzestig,
op een abacus
Uitspraak
Woordafbreking
  • drie·hon·derd·een·en·zes·tig
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

driehonderdeenenzestig

  1. "361", het getal tussen driehonderdzestig en driehonderdtweeënzestig, driehonderd plus eenenzestig
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen driehonderdeenenzestig euro en zevenendertig cent. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer driehonderdeenenzestig van het grootste hotel. 
Schrijfwijzen
Synoniemen
Afgeleide begrippen

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "driehonderdeenenzestig" ht als linkerdeel

Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord driehonderdeenenzestig driehonderdeenenzestigs
verkleinwoord driehonderdeenenzestigje driehonderdeenenzestigjes

Zelfstandig naamwoord

de driehonderdeenenzestigv / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 361 is aangeduid
    • Als jij driehonderdeenenzestig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

driehonderdeenenzestig mv

  1. groep van 361 eenheden
    • Die driehonderdeenenzestig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden. 

Gangbaarheid