Naar inhoud springen

driehonderdeenentachtig

Uit WikiWoordenboek
0381
driehonderdeenentachtig,
op een abacus
  • drie·hon·derd·een·en·tach·tig

driehonderdeenentachtig

  1. "381", het getal tussen driehonderdtachtig en driehonderdtweeëntachtig, driehonderd plus eenentachtig
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen driehonderdeenentachtig euro en zevenendertig cent. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer driehonderdeenentachtig van het grootste hotel. 

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "driehonderdeenentachtig" ht als linkerdeel

enkelvoud meervoud
naamwoord driehonderdeenentachtig driehonderdeenentachtigs
verkleinwoord driehonderdeenentachtigje driehonderdeenentachtigjes

dedriehonderdeenentachtigv/m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 381 is aangeduid
    • Als jij driehonderdeenentachtig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

dedriehonderdeenentachtigmv

  1. groep van 381 eenheden
    • Die driehonderdeenentachtig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden.