driedaags
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- drie·daags
Woordherkomst en -opbouw
stellend | |
---|---|
onverbogen | driedaags |
verbogen | driedaagse |
partitief | driedaags |
Bijvoeglijk naamwoord
driedaags
- dat iets wat drie dagen duurt
- Omdat we ook vrijdag vrij hadden konden we een driedaagse vakantie houden.
Gangbaarheid
- Het woord driedaags staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "driedaags" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be