drenkeling
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: drenkeling (hulp, bestand)
Woordafbreking
- dren·ke·ling
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘die dreigt te verdrinken of verdronken is’ voor het eerst aangetroffen in 1635 [1]
- Naamwoord van handeling van drenken met het achtervoegsel -ling met het invoegsel -e-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | drenkeling | drenkelingen |
verkleinwoord | drenkelingetje | drenkelingetjes |
Zelfstandig naamwoord
drenkeling m
- iemand die te water geraakt en dreigt te verdrinken
- ▸ René Eggink (19) en Thomas Olsman (18) redden eind vorig jaar een drenkeling uit het kanaal in Vroomshoop.[2]
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord drenkeling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "drenkeling" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "drenkeling" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑
Weblink bron
Ron Hemmink“René (19) en Thomas (18) uit Westerhaar redden man uit kanaal: ‘Vrij normaal dat je iemand helpt’” (08-06-2020), Tubantia - ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be