draver

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

dravers voor een sulky tijdens een drafwedstrijd
Uitspraak
Woordafbreking
  • dra·ver
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord draver dravers
verkleinwoord dravertje dravertjes

Zelfstandig naamwoord

draver m [1]

  1. (paardrijden) paard dat kan draven in een draverij
    • Zoals Annie Swagerman (62), die met meegebrachte stoelen en een koelbox bij de dranghekken zit. Ze heeft samen met haar man een meubelzaak en elf paarden, waarvan er vandaag twee meedoen: Andrea en Co Swagerman. „We doen de hele zomer mee met wedstrijden, maar ik ben elke keer weer bloednerveus.” „Ik was niet altijd zo van de paarden hoor”, zegt ze terwijl achter haar de eerste dravers voorbijstuiven. „Maar alles veranderde toen ik mijn jeugdliefde Klaas weer tegenkwam. Hij zat al in de paarden en fokt ze ook. En als je er een eentje geboren ziet worden, ben je verkocht." Dat betekent trouwens niet dat Annie en haar man ook van paardenspringen- en dressuur houden. „Brrr nee, dat zijn zulke kakkers. Gelukkig is iedereen hier heel gewoon. We gaan ook nooit op vakantie. Alle draverijen af, dat is onze vakantie.”[2] 
  2. paard van een bepaald ras dat oorspronkelijk was gefokt om te kunnen draven
    • In Friesland wordt druk gespeculeerd op de sociale media waar het paard Derek Buitenzorg is gebleven. De draver, die door de sportredactie van Omrop Fryslân werd gekocht om hem te redden van de paardenslager, is sinds twee dagen spoorloos, meldt de regio-omroep. Waarschijnlijk is het dier ontvoerd als oudejaarsstunt, een fenomeen dat vooral in het noorden van Nederland populair is. In dat geval zou Derek op 1 januari weer boven water moeten komen. Maar de omroep kan de 'grap' niet waarderen en heeft aangifte gedaan bij de politie.[3]  
Synoniemen
Hyponiemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

95 % van de Nederlanders;
86 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Lex BoonFleur de Weerd 13 augustus 2013
  3. Volkskrant 29 december 2012
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be