dramatiek

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

relaties in verhaalkunst volgens Petersen
Uitspraak
Woordafbreking
  • dra·ma·tiek
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van drama uit het Latijn met het achtervoegsel -iek [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord dramatiek
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de dramatiekv

  1. literair genre dat gebruikt wordt om toneelstukken, boeken, films, televisieprogramma's en andere vormen van fictie te karakteriseren waarin bepaalde persoonlijke ontwikkelingen van een of meer personages centraal staan
  2. emoties opwekkende handeling of gebeurtenis
    • De helikopter is uit beeld gehouden en het tegenlicht herleidt het paard tot een silhouet. Beter kon het niet in beeld gebracht worden. De wapperende teugels, de manen en staart geven de windrichting aan en vullen de leegte links. Dit beeld draagt zowel dramatiek als romantiek in zich.[2] 
    • En dan moet u zich voorstellen dat deze mensen in het Limburgs aan het kijven zijn, boos weglopen, met gevoel voor 19e-eeuwse dramatiek de bovenlip deppen met een zakdoekje en bovenal de term ‘kijken alsof je iemand wil verscheuren’ een nieuwe dimensie geven.[3] 
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. dramatiek op website: Etymologiebank.nl
  2. de Standaard 28 NOVEMBER 2017
  3. Tubantia Angela de Jong 29-NOVEMBER-2017
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be