dragend

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  dragend    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• dra·gend

Werkwoord

vervoeging van:	dragen
verbogen vorm:	dragende

dragend

1. onvoltooid deelwoord van dragen

	stellend
onverbogen	dragend
verbogen	dragende
partitief	dragends

Bijvoeglijk naamwoord

dragend

1. van iets of iemand dat hij een belangrijke steun is

   • Nijhuis voelde geen vertrouwen meer nadat hij al voor het duel tegen Amersfoort was gepasseerd ten faveure van oud-doelman Robert Beskers. Door de switch van Beskers van veldspeler tot doelman verloor de toch alle smalle selectie van BZC weer een dragende speler. Aan interim-coach Klaas Zwaan de club van de ondergang te redden.  
   • ,,We stonden vandaag echt als één ploeg en dan is het vervelend dat je 1-1 speelt door zo’n goal uit een spelhervatting”, vertelde Görtler, basisklant nu Advocaat met tal van afwezigen kampt. De Duitser moest de plek innemen van één van de dragende krachten op het middenveld, Riechedly Bazoer.  

Synoniemen

• ondersteunend, constructief

Hyponiemen

   

angeldragend brildragend haatdragend halmdragend jukdragend katjesdragend kegeldragend linksdragend rechtsdragend rentedragend risicodragend schermdragend vrijdragend vruchtdragend woldragend zaaddragend zelfdragend zorgdragend

Vertalingen

    1. van iets of iemand dat hij een belangrijke steun is   

Engels: supporting (en), bearing (en)

Gangbaarheid

• Het woord dragend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.