draait grijs

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • draait grijs
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
grijsdraaien

draait (...) grijs

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van grijsdraaien
    • Jij draait grijs. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van grijsdraaien
    • Hij draait grijs. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van grijsdraaien
    • Draait grijs! 

Gangbaarheid