draaide warm

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • draai·de warm
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
warmdraaien

draaide warm

  1. enkelvoud verleden tijd van warmdraaien
    • Ik draaide warm. 
    • Jij draaide warm. 
    • Hij, zij, het draaide warm. 


Gangbaarheid