draai rond

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • draai rond
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
ronddraaien

draai rond

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ronddraaien
    • Ik draai rond. 
  2. gebiedende wijs van ronddraaien
    • Draai rond! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ronddraaien
    • Draai je rond? 


Gangbaarheid