draagstoel

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • draag·stoel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord draagstoel draagstoelen
verkleinwoord draagstoeltje draagstoeltjes

Zelfstandig naamwoord

de draagstoelm

  1. stoel met draagbalken waardoor men zittend vervoerd kan worden, vaak ook voorzien van een dak en wanden met gordijnen
    • De prinses werd vervoerd in een draagstoel. 
     De Thaise overheid verwacht tweehonderdduizend bezoekers in Bangkok, die kunnen toezien hoe de koning in zijn draagstoel door de stad wordt gedragen.[2]
     De vroegste farao's gebruikten niet alleen draagstoelen, maar ook ezels als middel van transport.[3]

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 21 februari 2021 Weblink bron “De nieuwe koning van Thailand, plots mét koningin” (3 mei 2019) op nrc.nl op Wikipedia
  3. Bronlink geraadpleegd op 21 februari 2021 Weblink bron “Ezel- en mensenoffers” (27 maart 2004) op nrc.nl op Wikipedia
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be