draafde door
Uiterlijk
- draaf·de door
vervoeging van |
---|
doordraven |
draafde door
- enkelvoud verleden tijd van doordraven
- Ik draafde door.
- Jij draafde door.
- Hij, zij, het draafde door.
- Ik draafde door.
- Het woord draafde door staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.