downdate
Uiterlijk
- down·date
- uit het Engels
- samenstelling van down en date zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | downdate | downdates |
verkleinwoord |
de downdate m
- relatie met iemand uit een lagere sociale klasse
vervoeging van |
---|
downdaten |
downdate
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van downdaten
- Ik downdate.
- gebiedende wijs van downdaten
- Downdate!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van downdaten
- Downdate je?
- Het woord downdate staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.