dovig
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- do·vig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | dovig | doviger | dovigst |
verbogen | dovige | dovigere | dovigste |
partitief | dovigs | dovigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
dovig [1]
- een beetje slechthorend
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord dovig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "dovig" herkend door:
81 % | van de Nederlanders; |
33 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ De Telegraaf 10 nov. 2016 Sting deed gehoorapparaat de deur uit
- ↑ De Telegraaf BARBARA PLUGGE 05 okt. 2018 Laura Fygi: ’Aznavour vloog voor mij naar Azië!’
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be