douaneman

Nederlands

1. Een Russische douaneman bekijkt het paspoort van een reiziger.

Uitspraak

• Geluid:  douaneman    (hulp, bestand)
• IPA: / duˈwanəˌmɑn / (4 lettergrepen)

Woordafbreking

• dou·a·ne·man

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  douane zn  en  man zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	douaneman	douanelieden douanelui douanemannen
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de douaneman m

1. (beroep) mannelijke ambtenaar die belast is met de controle op het internationaal verkeer van mensen, dieren en goederen

   ▸ Vanuit Mexico op het vliegveld met zes gillende katten. Een corrupte douaneman griste mijn dozen met poezen van de lopende band. "U mag maar twee katten importeren", zei de Braziliaan terwijl hij mijn stapel poezen zijn kantoortje induwde.

   ▸ Amerikaanse cybercops - douanelieden en agenten die kinderporno op het Internet opsporen - vinden dat Nederland de wetten over kinderporno snel moet aanpassen.

   ▸ Voor de douanelui was het ook een soort strafkamp natuurlijk. Er was daar aan de grens helemaal niks.

   ▸ Het is tegen achten in de avond als Peter en Ernst samen met 8 andere douanemannen aan boord gaan van een meer dan 300 meter lang schip dat net is aangemeerd in de containerhaven op de Eerste Maasvlakte.

Hyperoniemen

• douanier

Gangbaarheid

• Het woord douaneman staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.